woensdag 22 juni 2011

In een schitterend gebrek schuilt soms het mooiste


De schoonheid dwaalt
van ogenblik naar ogenblik
Voor hen die haar wil zien
Soms moedeloos aan deuren kloppend
die dicht blijven voor haar schittering

Angstige ogen dwalen rond. Verblind
door kortzichtigheid en een heilig moeten
Ontmoeten de schoonheid allang niet meer
afgesloten van het eigen gevoel

De Schoonheid! De Schoonheid!
bejubeld en bezongen
een lofzang op de ímménse ruimte
soms weggegooid als een poetsdoek
omdat mensen niet voor haar durven kiezen

die woekeren met tijd en onmacht
met de maakbaarheid die zij verstaan
met de eisen aan zichzelf
van perfectie

Oh Schoonheid!
Hulde aan jouw aards bestaan
Mijn grootste troef
Mijn grootste pijn
om te leven en waarachtig te zijn

Ik wil je drinken tot de laatste druppel.

Schoonheid is vormgegeven liefde

zaterdag 11 juni 2011

De man die een nieuwe functie wilde

De kracht van diversiteit


De wereld is ten prooi aan verschillende crisis. Een financieel economische rond schaarste en gewin, een sociale crisis waarin uitsluiting bést wel normaal wordt bevonden en een ecologische. Het langzaam opconsumeren van de aarde houdt een keer op natuurlijk. Crisis die vragen oproepen die alle domeinen overstijgen en oplossingen vragen die effect hebben op álle domeinen. Alles hangt immers met alles samen.

Het doel is natuurlijk om een perfecte wereld te creëren. Waarbij alles in harmonie is met het andere alles. In vrede, liefde en verbondenheid. Een wereld in eenheid bestaande uit triljoenen verschillende elementen, diversiteit in allerlei vormen en maten. Het één nóg mooier dan het ander, het één nog zwarter dan het ander. Best lastig als je deze allemaal met elkaar in harmonie wilt brengen.

Want waar begin je als je het overzicht niet hebt? En wat is dat hele idee van een perfecte wereld eigenlijk? Betekent dit niet voor iedereen iets anders? En, is harmonie niet ook supersaai? Mijn angst dat ontwikkeling stagneert en verrassing verdwijnt is groot. Maar hoe stuur je richting een soort van perfecte wereld waarin je ook de crisis kan oplossen. Wat zou jij doen als je hierover kon beslissen?


Laten we een mooie parallel maken. Naar jezelf. Immers. Wat in het groot kan, geldt ook voor het kleine. En in het kleine manifesteert zich het grote. De mens. Het individu. Met haar beslissingen. Dus, als we over de wereld spreken, spreken we ook over ons zelf. 'Wil je jezelf doorgronden, kijk naar alle kanten in de wereld. Wil je de wereld doorgronden, kijk in je eigen diepten.' is in dit opzicht een mooi citaat van Rudof Steiner. Wat bij mij op kwam is het volgende:

‘Ik dacht dat ik ik niet was toen ik daar stond te schreeuwen en tieren.
Ik dacht dat ik ik niet was toen ik mijn verdriet verdrietig voor me uit schoof.
Ik voelde mij hélemaal mij wandelend langs de zee, met de wind door mijn haren mijmerend hoe gelukkig ik was.’

Ik dacht dat ik wel de perfecte mij kon worden als al dat verdriet er niet zou zijn. Of als ik niet zo zou schreeuwen uit onmacht. Als ik zou leren mij beter te uiten en niet zo schuchter te zijn. Ik verbloem het goed met mooie woorden. Die verdriet ogenblikkelijk lichter maken en een leergang vormen. Naar mijn nog groter geluk. Naar een nog perfectere mij. Naar mij in harmonie met mij.

Hhhmmmm maar dit is bijzonder. Mij in harmonie met mij. Betekent dit uitsluiting van alles wat niet goed is aan mij? Of van iets aan mij in het bijzonder ; ) En, kan ik mij wel helemaal omvatten? Ik denk soms: ‘Ik kom mij wel tegen in de blik van een ander. In de woorden van betekenis die de mijne verlichten’. In de ontluikende ogenblikken van een gesprek zie ik mijzelf verschijnen in de ruimte die de ander mij geeft. Ik zie mijzelf, omdat de ander mij een spiegel voor houdt.

Als ik zeg, dat ik van mij houd, houd ik van de diversiteit van mij. Van dat wat ik wéns, tot dat wat ik bén. Van het onzichtbare van mij en de zichtbare resultaten. Mijn werk, mijn vrienden, mijn idealen. Mijn schoonheid.

Maar waar ik het mínst van hou, is van het duister in mij. Dat doemt en dat zoemt en dat laat mij ‘niet weten’. En toch, hoort dit duister óók bij mij. Het voelt zich ongezien en geheel miskend. Want het heeft zoveel te zeggen. Grrrrr. Gromt het. En komt steeds dichterbij. Angstvallig houd ik het buiten de deur. Maar buiten welke deur eigenlijk?

Ik stond op het strand. De wind en mijn geliefde bliezen mij omver. Er was geen weerstand. De weerstand maakte mij machteloos.


Harmonie met jezelf is het érkennen van jezelf in alle aspecten. Een goede beslissing is er mijns inziens één die recht doet aan al deze aspecten. Waarbij er niet een wordt weggestopt omdat je die niet onder ogen wilt zien. Harmonie betekent ook het evenwicht tussen ál het mooie en het meest lelijke van jezelf.

Ik heb een ander nodig om mijzelf te kunnen zien. En dan, durf ik mijzelf ten volle te zien? Wil ik gezien wórden in al mijn aspecten? Durf ik beslissingen te nemen op basis van ál deze elementen? Ook nog in het aangezicht van een ander. Durf ik mijzelf te erkennen opdat ik erkend zal worden?

En pas toen, tóen ik dit had besloten met een volmondig ‘Ja!’ en mij in diversiteit zag stáán op het strand. Was ik niet meer omver te blazen en voelde mij één.

Een harmonie, die tot mijn eigen verassing helemaal niet saai voelde. Zélfs geen latente strijd, maar evenwicht. Van licht en donker. Zichtbaar in de ogen van die ander. Ik voelde me sterk. Ik voelde me vrij. Ik voelde mij verbonden. Met mijn geliefde, mijzelf en de wereld om mij heen. Vooral met het lichte en de duistere. Met mijn opgewektheid en levenslust en met mijn peilloze diepten van onmacht.

Nu blijkt dat harmonie bestaat uit licht en donker. Hoe richten we dit op het grotere geheel? Liefde in verbondenheid komt onverwacht. Als je de duisternis omarmt ontstaat eenheid.


Noor Bongers, Rotterdam, 10 april 2011